Allergische reukzin
Invoering
introductie Sensibilisatie van de geur is een toename van de gevoeligheid voor geurstimuli. Het is een klinische manifestatie van reukstoornissen. Olfactorische stoornis verwijst naar de gedeeltelijke of alle olfactorische achteruitgang, verlies of abnormaliteit. De reukzenuw is de zenuwvezel van het reukepitheel dat door de zeefplaat naar de reukbol gaat. Het reukvermogen is het kenmerk van de reukcellen in het neusslijmvlies. De klinische manifestaties zijn verminderde reukzin, reukverlies, reukverlies, reukinversie, fantoomgeur en reukstimuli.
Pathogeen
Oorzaak van de ziekte
De oorzaak van een reukgevoel
(1) Oorzaken van de ziekte: Er is momenteel geen relevante informatie.
(B) pathogenese: de moleculaire biologie van olfactie is nog onduidelijk. Neusslijmvlies, reukbol en reukneuropathie veroorzaken een verminderde of verloren reukfunctie en schade aan het centrale zenuwstelsel, meestal zonder enig detecteerbaar verlies van reukzin.
Vanwege de afwijking van de reukzenuw in het embryonale stadium treedt het reukverlies op.
Onderzoeken
inspectie
Gerelateerde inspectie
Onderzoek van de zenuwzenuw, nasale reukfunctie test, bloedroutine
Controleer op reukgevoel:
1. Onderzoek van hersenvocht.
2. Andere noodzakelijke items voor selectief onderzoek zijn onder meer: bloedroutine, bloedelektrolyten, bloedsuiker en ureumstikstof.
3. Bodem van de schedel, CT en MRI.
4. Otolaryngologisch onderzoek en reukonderzoek.
5. Andere noodzakelijke optionele aanvullende onderzoeksonderdelen omvatten röntgenfoto's van de borst en elektrocardiogram.
Diagnose
Differentiële diagnose
Symptomen van olfactorische gevoeligheid
(1) reukgevoel: reukbeschadiging manifesteert zich vaak als een afname van de gevoeligheid voor reukstimuli.
(2) Verlies van geur: De ernstige reukschade van de dag na morgen manifesteert zich door het verlies van respons op reukstimuli.
(3) Gebrek aan geur: aangeboren geurverlies, gemanifesteerd als geen reactie op geurstimulatie.
(4) Olfactorische inversie: gemanifesteerd als een dislocatiereactie op olfactorische geurstimulatie, maar gaat niet gepaard met een olfactorisch acuut letsel.
(5) Fantasie: er is geen objectieve geur irriterende stimulus, maar de patiënt ruikt een onaangename geur die moeilijk te beschrijven is.
(6) Geurgevoeligheid: verhoogde gevoeligheid voor geurirritatie.
Het materiaal op deze site is bedoeld voor algemeen informatief gebruik en is niet bedoeld als medisch advies, waarschijnlijke diagnose of aanbevolen behandelingen.