Olfactorische inversie
Invoering
introductie De olfactorische inversie is een voor de hand liggende geur te verwarren met een andere geur, zoals stinkende geur als een geur, of geurloze geur, olfactorische inversie genoemd. De olfactorische inversie manifesteert zich als een dislocatiereactie op olfactorische stimuli, maar gaat niet gepaard met olfactorische scherpte. Patiënten met hoofdtrauma, spinale tuberculose, psychose, rachitis, neurasthenie en bepaalde medicijnen, zoals aminopyrine, hebben vaak olfactorische inversie. Bovendien zullen sommige patiënten met verlies van olfactorisch gevoel ook olfactorische inversie ervaren tijdens de herstelperiode.
Pathogeen
Oorzaak van de ziekte
Inducerende factoren van olfactorische inversie:
Patiënten met hoofdtrauma, spinale tuberculose, psychose, rachitis, neurasthenie en bepaalde medicijnen, zoals aminopyrine, hebben vaak olfactorische inversie. Bovendien zullen sommige patiënten met verlies van olfactorisch gevoel ook olfactorische inversie ervaren tijdens de herstelperiode.
Onderzoeken
inspectie
Gerelateerde inspectie
Olfactorisch zenuwonderzoek van serumglucagon (PG)
Olfactorische inversiecontrole
Olfactorische inversie: gemanifesteerd als een dislocatiereactie op olfactorische geurstimulatie, maar gaat niet gepaard met olfactorisch acuut letsel.
1. Onderzoek van hersenvocht.
2. Andere noodzakelijke items voor selectief onderzoek zijn onder meer: bloedroutine, bloedelektrolyten, bloedsuiker en ureumstikstof.
3. Bodem van de schedel, CT en MRI.
4. Otolaryngologisch onderzoek en reukonderzoek.
5. Andere noodzakelijke optionele aanvullende onderzoeksonderdelen omvatten röntgenfoto's van de borst en elektrocardiogram.
Diagnose
Differentiële diagnose
Symptomen van olfactorische inversie en verwarring:
(1) reukgevoel: reukbeschadiging manifesteert zich vaak als een afname van de gevoeligheid voor reukstimuli.
(2) Verlies van geur: De ernstige reukschade van de dag na morgen manifesteert zich door het verlies van respons op reukstimuli.
(3) Gebrek aan geur: aangeboren geurverlies, gemanifesteerd als geen reactie op geurstimulatie.
(4) Olfactorische inversie: gemanifesteerd als een dislocatiereactie op olfactorische geurstimulatie, maar gaat niet gepaard met een olfactorisch acuut letsel.
(5) Fantasie: er is geen objectieve geur irriterende stimulus, maar de patiënt ruikt een onaangename geur die moeilijk te beschrijven is.
(6) Geurgevoeligheid: verhoogde gevoeligheid voor geurirritatie.
Het materiaal op deze site is bedoeld voor algemeen informatief gebruik en is niet bedoeld als medisch advies, waarschijnlijke diagnose of aanbevolen behandelingen.