Smalle ooglidcorrectie
Congenitale blefaroplasie syndroom wordt gekenmerkt door een kleine blefaroplasie. Het is autosomaal dominant. Het kan te wijten zijn aan de toename van het aantal factoren dat de ontwikkeling van maxillaire processen rond de derde maand van het embryo remt, en het gebrek aan evenwicht tussen de factoren die de ontwikkeling van de externe neusprocessen bevorderen. Daarom wordt de afstand tussen de binnencondylen van de twee ogen vergroot en wordt het onderste punctiepunt naar buiten verplaatst. Vaker voor onder Japanners.
Het materiaal op deze site is bedoeld voor algemeen informatief gebruik en is niet bedoeld als medisch advies, waarschijnlijke diagnose of aanbevolen behandelingen.